-
1 zij is er emotioneel bij betrokken
zij is er emotioneel bij betrokkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij is er emotioneel bij betrokken
-
2 kort
1 [met betrekking tot lengte/afstand] short♦voorbeelden:alles kort en klein slaan • smash everything to pieces〈 voetbal, hockey〉 ze hielden het spel kort • they played with short passes, they kept the passes shortiemand kort houden • keep someone on a tight reinkort daarna/daarop • shortly after(wards)kort tevoren • shortly beforekort na elkaar aankomen • arrive shortly after each othertot voor kort • until recentlyeen kort overzicht • a brief/short summaryom kort te gaan • to cut a long story shortin het kort betekent het • in short/brief it meansiets in het kort uiteenzetten • explain something brieflyII 〈 bijwoord〉1 [weinig, ontoereikend] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:iemand te kort doen • wrong someonezichzelf te kort doen • 〈 geldelijk〉 stint/deprive oneselfwe komen drie man te kort • we're three men shortwe kwamen slaap te kort • we were short of sleep -
3 aangrijpen
3 [beetpakken] seize (at/upon) ⇒ grip♦voorbeelden:dit soort situaties grijpt haar nogal aan • this sort of situation affects her a lot/ 〈 sterker〉 takes its toll on her2 door kou/angst aangegrepen • gripped by cold/feareen gelegenheid met beide handen aangrijpen • seize an opportunity with both hands -
4 ik voelde me te kort gedaan
ik voelde me te kort gedaanI felt cheated/ 〈 emotioneel ook〉 frustratedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik voelde me te kort gedaan
-
5 schon
1 al, reeds3 nu, nou (weer)6 nu, (toch) eens 〈 aansporing, ongeduld〉 ⇒ eindelijk, maar♦voorbeelden:1 kaum war der Lehrer weg, schon ging der Krach los • de leraar was nauwelijks weg of het lawaai begonschon gar nicht • al helemaal niet2 das ist schon ein Jammer! • dat is wel treurig!das ist schon möglich • dat is goed mogelijk, dat kan bestes geht schon • het gaat welich muss schon sagen! • nou nou!das schon! • dat wel!ich trink(e) schon mal ein Bier • ik drink wel eens een biertjewenn er schon reich ist … • ook al is hij rijk …3 was ist das schon groß? • wat is daar nou aan?was hätte ich schon machen, tun können? • wat had ik (nou, dan) kunnen doen?4 schon der bloße Gedanke • de gedachte, het idee alleen al5 wie heißt sie schon? • hoe heet zij ook (al) weer?〈 informeel〉 hör schon auf! • hou(d) maar eens op!〈 informeel〉 mach schon! • schiet nou, eens op!wenn sie doch schon käme! • kwam ze toch, nou maar!〈 informeel〉 und wenn schon! • en wat dan nog! -
6 *handicapé
*handicapé ['ãdiekaapee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:un(e) handicapé(e) physique • lichamelijk gehandicapte -
7 loaded
adj. opgeladen; beladen; dronken; schatrijk; vals (dobbelstenen bij spel)[ loodid]♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
8 betrokken
4 [van belang] relevant♦voorbeelden:de betrokken persoon • the person in questionnauw betrokken zijn bij • be closely associated with2 een betrokken lucht • an overcast/a cloudy sky3 een betrokken gezicht • a sad/gloomy face
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский